Hoe herinneren we ons iemand? Je kunt technicus zijn, sociaal, bevlogen, gepassioneerd, en nog veel meer. Maar we willen iemand graag een plek geven in ons hoofd. Pieter van der Meer maakt dat lastig door zijn veelzijdige talenten en zijn ongrijpbaarheid.
Natuurlijk overheerst het verdriet: schrik toen hij betrapt werd bij het bevolkingsonderzoek, vreugde bij het snelle en voorspoedige herstel, verslagenheid bij de gitzwarte boodschap na een routine controle. Zijn laatste jaren zijn zwaar geweest.
Het heengaan van Pieter van der Meer raakt zijn familie, maar ook ons allen.
Hij had binnen de NijAC veel rollen, die hij gepassioneerd vervuld heeft.
Instructeur – en veel meer - binnen de NijAC
Hij was actief instructeur en daarin bijzonder. In een instructeursvergadering barstte hij eens in woede uit, toen er weer niet over leerlingen kon worden gesproken. Hij vond het bespreken van mensen en hun vorderingen het belangrijkste wat de vergadering moest doen. Daarmee toonde hij veel van zijn opvattingen: hij wilde ervaringen delen van collega’s die ook met de leerling hadden gevlogen.
Hij liep weg, maar voordat hij kon wegrijden werd zijn boosheid door collega’s gesust.
Ook de veiligheid was bij Pieter een thema van belang. Een fundamentele discussie ontstond over de vraag wie mag beslissen een start af te breken. De startleider? Die heeft de communicatiemiddelen. Maar als iemand stop roept?
Het is een mooi thema: het starten gebeurt in een sociale omgeving en de veiligheid is van iedereen, dus iedereen moet opletten en roepen als er iets fout loopt. Dat is zo, maar bij de start ligt het een slagje ingewikkelder. Pieter nam er een radicale positie over in, maar zijn antennes voor de sociale omgeving vielen op.
Was Pieter meer sociaal dan technicus? Moeilijk te zeggen. Tijdens een kamp in Duitsland werd eindeloos geprutst om het kampeerterrein te kunnen verbinden met internet. Daarvoor moesten ingrepen aan de toren worden verricht, apparaten en antennes geïnstalleerd; groot plezier toen het lukte.
Pieter: hoe verbind ik deze microfoon met het snoertje uit het dashboard? Daarover had hij geen seconde bedenktijd nodig. Naar de test toen het vast zat, luisterde hij niet eens.
Nationale rol
Minder zichtbaar was zijn nationale rol. Hij was jaren een centraal figuur in de Commissie Instructie en Veiligheid van de KNVvL. Daarin heeft Pieter een grote bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van de EASA regelgeving en de toepassing daarvan in ons land.
Via de CIV hield Pieter LCO's en chef-instructeurs in beeld over de ambtelijke ontwikkelingen. Hij maakte dan een presentatie met sheets: soms met minimale voortgang.
Pieter, waarom doe je dit? Geloof je er nog in?
Zijn antwoord was eenvoudig: de EASA overkomt ons, wat we moeten doen is zorgen dat de regels zo min mogelijk afwijken van de praktijk die wij gewend zijn.
Alleen dan houden we ‘ons clubgedoe’ in stand: de regelaars gaan uit van professionele standaarden, die vooral hoge kosten dreigen te veroorzaken voor de zweefvliegers en de andere hobby-luchtvaart.
Pieter, je doet dit nu al jaren: zien we nog een keer resultaat?
Zijn antwoord was optimistisch: ik ben ooit ingestapt, maar het is me wel een jaar of tien tegengevallen, zei hij dan. Ik probeer de zweefvliegerij toegankelijk te houden voor de scholier die op de fiets naar het veld komt. En de doorbraken komen.
Iedereen kende Pieter van der Meer..
En dan kom je op een cursus bij de Inspectie L&T tegelijk met Pieter binnen. Goedemorgen, meneer Van der Meer roept de portier. Iedereen kent hem, alsof hij daar ambtelijk werkzaam was. Eigenlijk was dat ook zo.
Inmiddels hebben we een mild DTO-regime, beperkte tarieven, echte ruimte voor de hobby luchtvaart. Het is in hoge mate de verdienste van Pieter van der Meer, zijn volhouden, zijn keuzen, zijn eindeloos overleggen in Hoofddorp en binnen de CIV.
Pieter liet zich daarop niet voorstaan: het werk was van velen, zei hij dan. Dat was veel te bescheiden. Naast die technische inzet, waren er ook de uren, de reistijd door weer en wind, de discussies met de achterban. Je moet er veel voor over hebben.
Hij zweeg er over. Maar het resultaat van zijn werk is imponerend en van groot belang voor onze sport. Dat zal nog lang zo zijn.
We gaan hem missen, de technicus, de instructeur, de verbinder met de Haagse regelwereld, de mens Pieter van der Meer.
Tom van Doormaal