In de algemene Nieuwsbrief van de KNVvL wordt melding gemaakt van een GA-overleg met onder andere het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Het overleg ging over de voortgang van de Luchtruimherziening, de Integrale Aanpak Lagere Luchtruim en enkele andere specifieke GA-onderwerpen.
Dat overleg betreft de toekomst van het luchtruim, de ‘Luchtruimherziening’; de actualiteit gaat gewoon door en genomen besluiten hebben direct consequenties voor zweefvliegers.
Op 7 november 2019
is het luchtruim aangepast in verband met de toekomstige openstelling van Lelystad Airport voor commercieel verkeer (het zogenaamde 'groothandelsverkeer'). Daarbij besloot het Ministerie van I&W tot de invoering van Lelystad TMA's en aanpassing van de Nieuw Milligen TMA's. Voor ons als zweefvliegers (maar ook voor andere luchtsporters) heeft dit geleid tot aanzienlijke beperkingen als gevolg van herclassificatie van grote delen van het luchtruim en verlaging van TMA plafonds.
Ondanks regelmatig overleg..
Alhoewel er de afgelopen jaren overleg is geweest tussen het ministerie en de KNVvL over de Lelystad TMA's (waarbij met name voor ZC Flevo, ZC NOP en Aeroclub Salland de beperkingen groot zijn – en niet te vergeten voor het overlandverkeer van noord naar zuid en vv) is pas op het allerlaatste moment duidelijk geworden dat ook een aantal Nieuw Milligen TMA's zouden worden geherclassificeerd naar luchtruimklasse D. In het kort komt dat er op neer dat bij de openstelling van Lelystad het luchtruim boven FL55 niet meer vrij toegankelijk is maar alleen na toestemming (via de radio) van de verkeersleiding.
Niet alleen staat daarbij de vraag centraal waarom er al vanaf FL55 een grens moet worden getrokken terwijl groothandelsverkeer veel hoger vliegt maar ook waarom (zeker nu de openstelling van Lelystad wederom op de lange baan is geschoven) het luchtruim nu al moet worden aangepast
Procedure aangespannen; eerste zitting
Onze afdeling heeft daarom gepleit om formeel bezwaar aan te tekenen tegen de wijziging van de Regeling Luchtverkeersdienstverlening, in de vorm van een juridische procedure bij de rechtbank. De KNVvL heeft dit voorstel overgenomen.
De eerste zitting heeft plaatsgevonden op 13 maart van dit jaar. Het ministerie gaf daarbij aan van mening te zijn dat er geen bezwaar kan worden gemaakt tegen de wijziging van de Regeling omdat dit een zogenaamde Algemeen Verbindend Voorschrift (AVV) zou zijn. De KNVvL heeft betoogd dat de Regeling een Concretiserend Besluit van Algemene Strekking (CBAS) is waartegen wél bezwaar kan worden gemaakt. Omdat dit nogal een lastig juridische vraagstuk is besloot de rechter dat de meervoudige kamer (3 rechters) een oordeel diende te geven of er sprake is van een AVV of CBAS
Tweede zitting op 9 september jl met drie rechters
Corona heeft ook bij de rechtbanken gezorgd voor de nodige vertraging zodat pas op woensdag 9 september j.l. de procedure verder kon gaan.
Bij de zitting werd de KNVvL vertegenwoordigd door de voorzitter van de KNVVL Ronald Schnitker (tevens oud-advocaat luchtvaartrecht maar nog altijd pleitbezorger voor de rechten van de luchtsporters ) en hij werd bijgestaan door CLR leden Ruud Holswilder en Sibout Gooszen
De zitting verliep in goede sfeer, ook waar het de verhoudingen met de juristen van het ministerie betrof. De Rechtbank had zich goed ingelezen in de materie en gaf aan wat de volgorde van de te bespreken onderwerpen zou zijn. Na een korte voorstelronde en nog wat verduidelijking aan de rechtbank over de indeling van het luchtruim wilde de rechtbank eerst vaststellen of er sprake was van een rechtsbelang. Daarvoor is door KNVvL aangedragen dat de wijziging van de Regeling (ook na de invoering van de tijdelijke maatregelen zoals het terugdraaien van de classificatie van D naar E tot het moment dat er handelsverkeer op Lelystad komt) het belang op 2 punten nog steeds raakt. Voor de periode tussen 1800 en 2200 LT wordt het recreatieve verkeer namelijk nog steeds beperkt. De verkeersleiding kan immers de toegang weigeren en alleen luchtvarenden met een RT license kunnen om toestemming vragen. Voorheen was dit luchtruim voor eenieder toegankelijk. Daarnaast neemt de regeling een voorschot op de toekomstige opening van Lelystad waarmee nu al wordt bepaald dat het luchtruim op dat moment meteen voor de recreatieve luchtvaart ernstig en over een groot gebied wordt beperkt.
Het ministerie gaf weliswaar aan dat er in de luchtvaart zaken ruim van te voren moet worden ingeregeld maar bestreed verder niet dat er geen rechtsbelang zou zijn voor de KNVvL. Vervolgens kwam het AVV/CBAS vraagstuk aan de orde.
De rechter gaf de KNVvL het woord om dit toe te lichten. Ronald gaf hierbij de juridische argumenten aan waarom de Regeling naar de mening van de KNVvL een CBAS zou moeten zijn. Het gaat hier wat ver om het volledig juridische betoog uiteen te zetten. Vervolgens werd het ministerie om een weerwoord gevraagd. Zoals verwacht werd aangegeven dat zij het tegenovergestelde van mening is. Nadat de rechtbank nog aan beide partijen de nodige vragen stelde gaf de rechter aan dat zij voldoende hebben gehoord om zich te buigen over de vraag of de regeling een AVV of CBAS betreft. De uitspraak hierover kan op 21 oktober tegemoet worden gezien
Hoe nu verder?
De uitspraak op 21 oktober is bepalend voor het vervolg. Indien de Regeling een CBAS is dan kan de procedure op inhoud worden voortgezet (dus dan gaat het om hoogtes, classificatie en de noodzakelijkheid daarvan). Mocht de regeling een AVV zijn dan kan de KNVvL overwegen om die uitspraak aan de Raad van State voor te leggen. Feitelijk betekent een AVV ook dat de Minister zelf kan beslissen hoe het luchtruim wordt ingedeeld. Inspraak, consultatie en zienswijzen zijn mooie instrumenten maar die kan een minister bij een AVV zonder enige motivatie naast zich neerleggen. De vraag is maar hoe lang je dat kan volhouden als ministerie en of het nog wel past in het huidige tijdsgewricht.
Wordt vervolgd.