In de SION week gaan prille overlandvliegers met elkaar én begeleid door coaches zoveel mogelijk ervaring opdoen: vluchtvoorbereiding, zelf overlandvliegen, uitgebreide nabeschouwing om van de eigen ervaring én van elkaars ervaring te leren. Onderdeel van de oefening is ook het plaatsen van de vlucht op de OLC, zodat je je eigen vlucht maar ook elkaars vluchten goed kunt analyseren. De omstandigheden worden optimaal: alle deelnemers zijn met hetzelfde bezig, per twee kisten is minstens 1 ophaler geregeld om te helpen met monteren en – inderdaad – in voorkomend geval een elders gelande deelnemer op te halen.
De eerste dag:
In overleg met de coaches deelt de SIONcoördinator de vliegers in twee of drie groepen in, al naar gelang het aantal deelnemers en hun ervaring. Ook wordt elke beschikbare coach aan een vlieggroep gekoppeld. Bij voorkeur coachen zij hun eigen clubleden, maar dit is niet noodzakelijk of soms niet praktisch. Er zijn immers ook deelnemers die geen eigen coach meegenomen hebben. Vooral op de eerste dag zullen bijzonderheden van het betreffende veld goed belicht worden. Coaches moeten deelnemers leren kennen. Huishoudelijke zaken worden door de gastclub meegedeeld.
Elke dag:
SION draait mee in de club. De DDI verzorgt de veldbriefing: huishoudelijke zaken, start, landings- en opstel procedures, het lokale luchtruim en de benodigde assistentie van de ophalers. Onder leiding van de coördinator van de gastclub wordt de vorige dag besproken. Daarna volgt de overlandbriefing: meteo, opdrachten en toelichting hierop, veiligheid en tactische adviezen. De coaches assisteren de coördinator van de gastclub met de voorbereiding en de uitvoering hiervan. Eventueel nieuw gearriveerde coaches worden ingedeeld en gebriefd. Na de briefing bespreken de coaches met hun groep de tactiek, de manier van coaching en de bijzonderheden. Vervolgens wordt er opgebouwd. De eerste start wordt gemaakt door een vliegende coach. Hij/zij beoordeelt het weer en afhankelijk van de bevindingen wordt besloten alle of een deel van de vlieggroepen te laten starten. ‘s Avonds kunnen naar behoefte in groepen de vluchten geanalyseerd en besproken worden, bijvoorbeeld met behulp van SeeYou. Neem dus een logger mee! Het zou mooi zijn als alle vluchten worden aangemeld bij de OLC. Meestal is hier direct na een vliegdag geen tijd voor. Het beste kan de analyse van vluchten dan ook naar de volgende dag of een niet-vliegdag geschoven worden. Soms staan er ’s avonds presentaties op het programma.
Indien er niet gevlogen wordt zal er een alternatief programma zijn. Bijvoorbeeld vlucht-analyses van vorige dagen (met beamer, erg leuk) aangevuld met bespreking, of aandacht voor theorie.
Afsluiting van de week:
Alle vliegers wonen elke briefing bij tot de afsluiting van de week. Deze vindt normaal gesproken plaats na het vliegen op de laatste dag. Het kan voorkomen dat de week door zeer slechte weersverwachting eerder wordt afgesloten.