De bestuursrechter van de rechtbank Gelderland heeft op 29 januari 2018 twee uitspraken over gedaan over de afgifte van een Verklaring van geen bezwaar ten behoeve van paramotorvliegen.
Uiterwaarden als luchthaven
De eerste zaak betrof de vraag of een strook weiland in de uiterwaarden als luchthaven moet worden gezien. Die vraag stond centraal op 18 december 2017 voor de Arnhemse rechtbank.
In juli 2016 oordeelde de burgemeester van Renkum dat hij niet bevoegd was een oordeel te vellen over de aanvraag met een paramotor op te stijgen in de uiterwaarden bij Oosterbeek en Doorwerth. Jacques Bechtold nam daar geen genoegen mee en ging in beroep. Kern van de zaak is volgens Bechtold dat hij opstijgt van een terrein dat wettelijk als 'ander terrein dan luchthaven' te boek staat. In dat geval is de burgemeester wel bevoegd al dan niet toestemming te verlenen. Nederland telt meer dan honderd van dergelijke terreinen die voor paramotorvliegen worden gebruikt. “Het antwoord op deze vraag, en deze vraag alleen, staat vandaag centraal’’, hield de voorzitter van de Rechtbank de bezoekers in een bomvolle rechtszaal voor.
In de uitspraak van 29 januari 2018 staat het oordeel van de rechtbank:
“De rechtbank is van oordeel dat voor de vraag of een terrein is bestemd voor het opstijgen en het landen bepalend is of het terrein daarvoor feitelijk geschikt is. Gezien de beperkte eisen die in de Regeling veilig gebruik worden gesteld aan zogenoemde 'overige burgerluchthavens' zal verweerder (de gemeente Renkum) bij de beoordeling van een aanvraag om een verklaring van geen bezwaar niet snel mogen aannemen dat van een luchthaven geen sprake kan zijn. Daarbij kan wel worden betrokken of aan de eisen genoemd in artikel 20 van de Regeling veilig gebruik kan worden voldaan. De omstandigheid dat verweerder niet bevoegd is om op de uitvoering en naleving van die regeling toe te zien, betekent naar het oordeel van de rechtbank niet dat verweerder deze aspecten niet mag betrekken bij de vraag of een terrein geschikt is om als luchthaven te dienen.
Gelet op de verklaringen ter zitting van eiser en van de gemachtigde van G.S. en gezien de daar getoonde foto's van de terreinen waarop de aanvragen zien, is geen sprake van terreinen die evident niet geschikt zijn of niet kunnen worden ingericht als luchthavens ten behoeve van het gebruik van paramotors. Niet valt in te zien dat de terreinen niet als zodanig kunnen worden gebruikt of dat op voorhand vaststaat dat niet kan worden voldaan aan de eisen uit de Regeling veilig gebruik. Verweerder heeft zich dan ook ten onrechte niet bevoegd geacht om te beslissen op de aanvragen van eiser”.
Nu de burgemeester van de gemeente Renkum zich ten onrechte niet bevoegd heeft geacht om te beslissen op de aanvragen van eiser, is het beroep gegrond. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit. De burgemeester van de gemeente Renkum zal alsnog een inhoudelijk standpunt moeten innemen.
Lees de uitspraak
Weigeren verklaring van geen bezwaar
De tweede zaak betrof de vraag of de burgemeester van Lingewaal de verlening van een verklaring van geen bezwaar in redelijkheid had mogen weigeren voor een vrijgestelde luchthaven naast een terrein waarop een luchthavenregeling van toepassing is. De rechtbank oordeelde van wel.
De omstandigheid dat de veiligheid in het geding is doordat beide terreinen aan elkaar grenzen gaf de doorslag. De rechtbank ging daarbij voorbij aan het gegeven dat de aanvrager, een paramotorvlieger, eigenaar is van beide terreinen en deze niet gelijktijdig wil gebruiken. De rechtbank was voorts van mening dat de burgemeester van Lingewaal bij zijn besluitvorming mag betrekken of de verstrekking van een verklaring van geen bezwaar zal leiden tot overlast en hinder, maar kwam in dit geval tot het oordeel dat de burgemeester van Lingewaal dit onvoldoende heeft onderzocht.
Lees deze uitspraak.