Deel 2 in de serie 'KNVvL terug in de tijd': zonder KNVvL geen Fokker
Schreven we eerder dat er zonder de KNVvL geen 100-jarig luchtvaartfeest zou zijn dit jaar, deze keer melden we met gepaste trots dat Fokker zonder KNVvL er na de tweede wereldoorlog niet meer zou zijn geweest.
Geschiedenis Fokker
Op 31 augustus 1911 vloog Anthony Fokker met de Spin zijn beroemde rondje boven de Grote Markt in Haarlem. Het jaar erna zette hij zijn vliegtuigfabriek op in Duitsland. Daar bouwde hij honderden vliegtuigen van het type D.VII voor het Duitse leger. Fokker had een systeem ontwikkeld om met een mitrailleur tussen de propellerbladen door te schieten zonder deze te raken. Dit was overigens niet Fokkers eigen idee, dat kwam van de Franse luchtvaartpionier Saulnier. Hierdoor hadden de Duitsers een bijna oppermachtige positie in de lucht in de eerste wereldoorlog. Toen de Duitsers zich overgaven, eisten de geallieerden dat alle toestellen vernietigd zouden worden. Fokker wist echter een kleine honderd toestellen te redden en naar Nederland te brengen.
Na de ELTA in 1919 vestigde de vliegtuigfabriek van Fokker zich op het grote terrein aan de Papaverweg in Amsterdam. Met steun van enkele rijke particulieren stichtte hij daar de Nederlandse Vliegtuigenfabriek. Er was geen startbaan in de buurt, dus de vliegtuigen werden per boot vervoerd naar Schiphol. Fokker vertrok naar de VS om een fabriek op te richten; dat werden er drie. In de jaren 20 groeide Fokker uit tot de grootste vliegtuigbouwer ter wereld. Er vlogen op een gegeven moment wereldwijd 54 luchtvaartmaatschappijen met de F.VII. Na een grote crash in de VS waarbij een bekende honkbalcoach om het leven kwam, stortte de Amerikaanse markt in. Fokker kon niet anders dan de fabrieken te sluiten.
Reddende opdracht KNVvL
In de Tweede Wereldoorlog werd de Fokkerfabriek door de Duitsers in beslag genomen. Anthony Fokker was toen al overleden (in New York, op 23 december 1939). Na de tweede Wereldoorlog zat Fokker om werk verlegen. Fokker moest opboksen tegen een overvloed aan goedkope vliegtuigen die de oorlog hadden overleefd. De Koninklijke Vereniging voor Luchtvaart (KNVvL) gaf toen opdracht tot de (op)bouw van zweefvliegvloot van 72 vliegtuigen: 36 ESG’s, 24 Grunau Baby’s, 6 Olympia’s en 6 Gö4 tweezitters. De totale waarde van de opdracht was Fl 247.650, een enorm bedrag in die tijd.
Eind 1946 werd de eerste Fokker Baby ingevlogen op het vliegveld Teuge door de voorzitter van de vliegclub Teuge, de heer Bauling. De registratie: PH-148. Met deze investering heeft de KNVvL Fokker een enorme boost gegeven. In 1951 kon de fabriek daardoor verhuizen naar het huidige Schiphol-Oost en is de F27 Friendship ontwikkeld, het meest verkochte West-Europese turbopropellervliegtuig, de luchtdoop was in 1958.
Mock up F.VII voor Televisieserie Vliegende Hollanders
Topkapi Producties is druk doende een dramaserie van de luchtvaartpioniers Fokker en Plesman op te nemen. Daan Schuurmans en Fedja van Huêt vervullen de hoofdrollen in de serie. In acht afleveringen wordt het epische verhaal van een jongensdroom verteld. In 2020 wordt de serie uitgezonden voor de publieke omroep.
Voor de opnames is een mock up gebouwd van de F.7b-3m. Michaël Tefsen, voorzitter van onze afdeling Gemotoriseerd Vliegen, is actief bij de bouw van het model betrokken geweest. Van hem en het productiebedrijf hebben we wat sneak peeks gekregen van de bouw en op de set.
Bekijk hieronder de trailer van de televisieserie via deze link en de foto's hieronder.
Bronnen en met dank aan:
Luchtvaartkennis, grunaubaby.nl, oneindig Noord Holland, Topkapi Producties, Michaël Tefsen en Arno van der Holst