KNVvL-paramotorvoorzitter Frank Moorman heeft ervoor gezorgd dat na ruim vier jaar intensief overleg de paramotortrike legaal wordt.

Onderstaande tekst is letterlijk overgenomen van de beleidsmedewerker van DGLM:

Er is expliciet door de minister van I&W akkoord gegeven op:

1. het opnemen van de paramotortrike als specifiek type luchtvaartuig in de regelgeving
2. de paramotortrikevlieger uit te zonderen van de plicht te beschikken over een geldig bewijs van bevoegdheid

De definitie ‘paramotortrike’ wordt toegevoegd aan het Besluit burgerluchthavens, het Besluit bewijzen van bevoegdheid voor de luchtvaart en het Besluit luchtvaartuigen 2008.

Met het wijzigingsbesluit wordt enkel de bestendige praktijk bevestigd. Dit betekent dat de paramotortrike met dit wijzigingsbesluit niet wordt toegevoegd aan de vrijstellingsregeling zoals die geldt voor de voetstarter. Dit houdt in dat de paramotortrike alleen mag vliegen vanaf een TUG-veld of vanaf een luchthaven met een luchthavenregeling of luchthavenbesluit, zoals reeds gebruikelijk is. De evaluatie van de vrijstellingsregeling die eerder is aangekondigd en door meerdere redenen nog niet is uitgevoerd zal in 2020 gaan plaatsvinden. Na de evaluatie van de vrijstelling zal een beslissing gemaakt gaan worden over de toekomst van de vrijstelling voor de paramotorvoetstarter en de –trike.”

Anticiperend handhaven

Het Openbaar Ministerie en de luchtvaartpolitie zijn door DGLM ingelicht over bovenstaande. Bij een wijzigingsbesluit is het gebruikelijk dat er gehandeld gaat worden alsof de wijziging al ingevoerd is. Het besluit tot wijziging is door de minister genomen, maar het duurt nog een aantal maanden alvorens de Besluiten en Regelingen aangepast zijn. Dit gaat volgens een "protocol". We hopen dat het OM spoedig met duidelijkheid komt of er "anticiperend gehandhaafd" wordt.

Vrijstelling en nieuwe definitie

1. Een nieuwe definitie van paramotortrike naast die van gemotoriseerd schermvliegtuig (voetstarter)
2. Vrijstelling van de verplichting een brevet te hebben

De vrijstelling van het brevet heeft extra uitleg nodig. De situatie laat zich het beste vergelijken met de situatie bij de voetstarters. Formeel heb je geen brevet nodig. Echter, je moet wel je bekwaamheid aan kunnen tonen. Praktisch gezien kan dat eigenlijk alleen met een brevet, het paramotorvliegbewijs met de bijbehorende aantekening(en). Je hebt immers een opleiding genoten en een theorie- en praktijkexamen afgelegd. Tevens wordt het paramotorvliegbewijs verlengd indien je aan de in het Reglement Paramotor gestelde eisen voldoet. Op dit moment vindt er ook nog een toets op detail niveau van het wijzingsbesluit plaats. Zodra de tekst definitief is en openbaar wordt zal deze via een nieuwsbrief en ook ParamotorWeb gepubliceerd worden. Het goede nieuws is ook, dat er nu op een breed front veel meer duidelijkheid bestaat over de luchtsport Paramotorvliegen. Hopelijk zorgt dit voor een sneller traject bij de uitdagingen, die er nog steeds liggen.

Uitdagingen

1. De paramotortrike valt op dit moment niet onder de vrijstellingsregeling.
De reden daarvan is, dat (op hoger niveau binnen) DGLM deze regeling niet voor de "evaluatie" van de vrijstellingsregeling aan wilde passen. Zoals bekend werd in 2015 bij de publicatie van het toevoegen van gemotoriseerde schermvliegtuigen aan de vrijstellingsregeling aangegeven, dat paramotortrikes hiervan uitgesloten zijn en dat er drie jaar later, vanaf 1 juli 2018, een evaluatie van de vrijstelling plaats zou gaan vinden. Begin 2020 wordt verder invulling aan deze evaluatie gegeven. De ambitie is uitgesproken om alle varianten onder dezelfde regeling te krijgen. Vijf partijen zijn betrokken bij deze evaluatie en zal onder leiding van een onafhankelijke instantie uitgevoerd gaan worden. De ambitie is tevens om in het eerste kwartaal van 2020 invulling te geven aan de evaluatie.

2. De Duitse inschrijving en onmogelijkheid modern materiaal in het schrijven in het Nederlandse register.
Over dit onderwerp worden vanuit de paramotorvliegers veel vragen gesteld en is actueel voor zowel voet- als trikesstarters. De zwaardere paramotortrikes als de Xcitor en Flanders Silent staan op een enkele na allemaal in het Nederlandse register ingeschreven. De Duitse manier van inschrijven biedt hier niet de voordelen, die voor paramotors (voet- en trikestarters met een leeggewicht van 120kg en lager) wel gelden.
Dit onderwerp wordt via een ander traject bewandeld: EASA Annex I (Regeling veiligheid luchtvaartuigen). De internetconsultatie is voor dit onderwerp al gesloten en wordt nu geëvalueerd.