In het ruim 112-jarige bestaan van de KNVvL is de organisatie geëvolueerd van de enige luchtvaartorganisatie in Nederland tot belangenbehartiger van alle Nederlandse luchtsporters. Grofweg zijn de activiteiten en doelstellingen van de vereniging in vijf tijdperken te verdelen.

In dit artikel tijdperk 1: van de oprichting tot aan de Eerste Wereldoorlog

Koffiehuis

In het huis van Luitenant ter Zee A.E. Rambaldo kwamen op 29 augustus 1907 vijf heren bijeen. Zij vonden de tijd rijp om een Nederlandse vereniging voor luchtvaart op te richten. Tot die tijd had Nederland zich met groot succes afzijdig weten te houden van de luchtvaart. Groot-Brittannië (1866), Duitsland (1881), Frankrijk (1898) en zelfs België (1901) hadden al geruime tijd een nationale vereniging voor luchtvaart operationeel.

Na enkele bijeenkomsten werd dan op 10 oktober 1907 in het Zuid-Hollandsch koffiehuis in Den Haag de ‘Nederlandsche Vereeniging ter bevordering van de Luchtscheepvaart’ opgericht. Twaalf heren ‘met klinkende namen’ waren de drijvende krachten erachter.

Typisch Hollands

Behalve deze enthousiaste groep was er nog niet veel meer. Het grootste deel van de Nederlandse bevolking was allerminst luchtvaartgezind. Ook de industriëlen en welgestelden vonden in die tijd dat ‘een verstandige Hollander zijn tijd en zijn geld toch beter aan iets anders kon geven, dan aan een dwaling zoals alle enthousiasme voor de luchtvaart nu eenmaal was en zou blijven’. Hollandser kan je ze niet hebben.

Er waren gelukkig ook positievere mensen: het ledental van de vereniging groeide gestaag. Tot de eerste wereldoorlog bleef dat aantal beperkt tot enkele honderden. De hoge contributie van 10 gulden was daar waarschijnlijk ook debet aan. Even ter vergelijk: een jaarsalaris van 600 gulden was in die tijd al bovenmodaal.

Het doel van de inmiddels genaamde ‘Nederlandse Vereniging voor Luchtvaart’ was in deze periode dus : het propageren van de luchtvaart en het bestuderen van zowel de technische als andere aspecten.

Ballonvaart

Op het moment van oprichting had er nog geen vliegtuig in Nederland gevlogen, maar de ballonvaart was de kinderschoenen al geruime tijd ontgroeid. De heteluchtballon werd al op 4 juni 1783 door Joseph en Jacques Montgolfier uitgevonden. De eerste vlucht in Nederland was al in 1784!Toch werd ballonvaren rond 1907 nog wel vaak als kermisattractie beschouwd of soms in het gunstige geval als sport. Ballonwedstrijden vonden in die jaren al met enige regelmaat plaats, behalve in Nederland. Op de oprichtingsvergadering had de heer l’Honoré de aanwezigen geattendeerd op de ballonwedstijd in Brussel, een maand daarvoor. Hieraan was deelgenomen door 34 ballonnen uit negen landen. “Behoef ik u te zeggen welke vlag daar NIET uitwoei?”Daarin wilde de vereniging dus zeker verandering brengen.

Logo

Samen met enkele andere rijke heren uit Rotterdam, bood H.J. van der Leeuw (de eerste penningmeester) in 1908 de vereniging een ballon aan, de ‘Rotterdam’. Dit verklaart ook de ballon in het huidige logo van de KNVvL. Het begon immers met de ballon. In 1910 volgde de tweede ballon, bekostigd door enkele Amsterdamse leden, deze werd daarom de ‘Amsterdam’ gedoopt. De eerste ballonvaart van de vereniging in Nederland vond plaats in Den Haag. De burgemeester en wethouders hadden hiervoor toestemming gegeven onder uitdrukkelijke voorwaarde dat de vaarders geen acrobatische toeren onder de mand zouden uithalen.

Eerste gemotoriseerde vlucht

Pas in 1909 ging voor het eerst in Nederland een vliegtuig de lucht in; het officiële begin van de gemotoriseerde luchtvaart in Nederland. Graaf Charles de Lambert was de piloot en de vlucht vond plaats boven Etten (tegenwoordig Etten-Leur) ter gelegenheid van het 40-jarig bestaan van de plaatselijke suikerfabriek. De vlucht duurde 3,5 minuut en de graaf bereikte een hoogte van zo’n 15 meter. De afstand bedroeg ongeveer 1 kilometer.

Activiteiten

De NVvL bestond in 1908 uit een Commissie voor Opstijgingen, een Commissie voor Technische Zaken en een Vakafdeling voor Aviatiek. Behalve het ‘echte’ vliegen, bevorderde deze laatste commissie ook de modelvliegtuigsport. Hiervoor werd later ook een Sport Commissie ingesteld.

Adviesorgaan en brevetten

In 1909 sloot de vereniging zich aan bij de Fédération Aéronautique Internationale (FAI), de mondiale luchtvaartvereniging. Hierdoor kregen we het recht om brevetten voor vliegeniers uit te geven. Door de aansluiting nam de NVvL ook deel aan werkzaamheden van de FAI, onder meer voor de reglementering van de luchtvaart. Ook de Nederlandse regering won het advies van de vereniging in, onder meer voor het opstellen van de luchtvaartwet in 1911.

Luchtmacht

Een aantal leden kreeg ondertussen zitting in de door de minister van Oorlog ingestelde Militaire Luchtvaartcommissie, de voorloper van de huidige Luchtmacht. Dus ook daarin heeft de KNVvL een belangrijke inbreng gehad.

Koninklijk

Door al deze activiteiten had de vereniging in korte tijd een plaats in de Nederlandse samenleving verworven. Dit werd letterlijk bekroond met het predicaat ‘Koninklijk’ door koningin Wilhelmina op 14 november 1912. De Eerste Wereldoorlog beperkte de actieve beoefening van de luchtvaart. De ballons van de vereniging werden ter beschikking van de regering gesteld. Ze zijn echter niet ingezet.

Volgende keer in de reeks: de periode na de Eerste Wereldoorlog.

Bronnen: Luchtvaartkennis 4/2007, Haagse Courant 1957, Gerard J. van Heusden en zijn website www.charlesgraafdelambert.nl.

Een gasballon anno 1909
Een gasballon anno 1909