De Nederlandse overheid gaat gebruik maken van de opt-out regeling voor MLA. Daarnaast zal de paramotortrike worden opgenomen als aparte luchtvaartcategorie in de regelgeving. Wij zijn erg blij met dit nieuws, de KNVvL heeft veel energie gestoken om dit voor elkaar te krijgen en met resultaat! De opt-out regeling gaat onder andere de mogelijkheid bieden om de maximum take-off weight van een MLA te verhogen van 450 kg naar 600 kg. De paramotortrike kan gevlogen worden op basis van het opleidings- en brevet stelsel van de KNVvL.

Opt-out MLA

MLA’s zijn land-, amfibie- of watervliegtuigen met niet meer dan twee zitplaatsen. MLA’s met een maximum startmassa van minder dan 450kg zijn in de EUbasisverordening voor Luchtvaartveiligheid uitgezonderd van de toepassing van de EU-basisverordening voor luchtvaartveiligheid. Dit betekent dat lidstaten de ruimte hebben om zelf regelgeving vast te stellen met betrekking tot deze luchtvaartuigen. De huidige nationale regelgeving ziet dan ook op MLA’s met een maximum startgewicht tot 450kg. Door technische ontwikkeling van dit (populaire) type vliegtuig worden er in de praktijk MLA’s gebruikt met een startgewicht dat hoger is dan bovengenoemde grenswaarden. De Verordening (EU) 2018/1139 inzake luchtvaartveiligheid en EASA biedt lidstaten de mogelijkheid om MLA’s met een maximaal startgewicht tussen 450 en 600 kg onder nationaal beleid en regelgeving te brengen (de opt-out). Een aantal EU-lidstaten, waaronder Duitsland en Tsjechië, maken gebruik van deze mogelijkheid. De minister heeft besloten om ook gebruik te maken van deze opt-out mogelijkheid. Een hoger startgewicht geeft meer mogelijkheden om veiligheid-verhogende apparatuur in te bouwen. Hiermee wordt het tevens mogelijk een elektrische versie van MLA's, die met relatief zware batterijen vliegt, aantrekkelijker te maken als alternatief. Dit past bij de voortrekkersrol die Nederland wil innemen voor elektrisch vliegen.

Paramotortrikes

Een paramotortrike is een luchtvaartuig zonder vaste vleugels dat bij het starten en landen gebruik maakt van een wielconstructie en beschikt over een hulpmotor. De paramotortrike behoort tot de paramotor luchtsport. In 2004 is de voetgestarte variant van de paramotor, het gemotoriseerd schermvliegtuig, opgenomen in de Nederlandse luchtvaartregelgeving. Hierbij is de voetgestarte variant uitgezonderd van de plicht te beschikken over een geldig bewijs van bevoegdheid voor de bestuurder (brevet). De paramotortrike is, anders dan de voetgestarte variant, niet in de regelgeving opgenomen als apart type luchtvaartuig. Concreet betekent dit, dat de paramotortrike dient te voldoen aan de brevetteringseisen zoals zijn bepaald voor een MLA. Deze zijn gekoppeld aan de karakteristieken van een vleugelvliegtuig. De paramotortrike heeft echter andere karakteristieken en is niet vergelijkbaar met een MLA. De strengere opleidingseisen en het hogere kennisniveau benodigd voor vleugelvliegtuigen zijn daarom ook niet in te vullen voor de paramotortrike. Om het gebruik van de paramotortrike niet onmogelijk te maken heeft de minister besloten om de paramotortrike als aparte categorie luchtvaartuig in de regelgeving op te nemen en de paramotortrikevlieger uit te zonderen van de plicht te beschikken over een geldig bewijs van bevoegdheid. De veiligheid en bekwaamheid worden geborgd via het reeds bestaande opleidingstraject van de KNVvL, waarin zowel theorie als praktijk onderwezen worden. De regelgeving wordt op dit moment voorbereid. Inwerkingtreding wordt voorzien voor de tweede helft van 2020.

Lees de volledige brief van de minister hieronder: