Weinig beperkingen in lagere luchtruim
De GA-sector wil dat het lagere luchtruim zo veel mogelijk zonder beperkingen (zoals TGB's / militaire stukken luchtruim) doorvliegbaar wordt. Ook de opname van de lierlocaties van paragliding, deltavliegen en zweefvliegen in de elektronische luchtvaartkaart is van ons een nadrukkelijke wens. Bij Natura 2000-gebieden zou voor de vlieghoogte uitgegaan moeten worden van SERA, oftewel 500 voet. Nu zijn er in bepaalde gebieden 1000 voet grenzen ingesteld en dat vinden wij te hoog.
Overleg IALL
Vandaag hebben wij overlegd met het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat over de Integrale Aanpak Lagere Luchtruim (IALL), onderdeel van de luchtruimherziening. In deze sessie werd de focus toegelicht en is ons en andere GA-partijen gevraagd naar onze wensen en knelpunten, en wat daarin de hoogste prioriteit heeft. Het ministerie voorziet maatregelen in:
- oefengebieden voorzorgslandingen;
- juridische omzetting vliegveiligheidsvlakken luchthavens;
- verplichte obstakelmelding;
- verlichting van windturbines;
- luchtruim voor testen (o.a. drones);
- 5.11 werkproces luchtruimwijzigingen;
- luchtruimschendingen;
- Natura 2000 gebieden.
Het lagere luchtruim is qua hoogtegrens trouwens niet gedefinieerd, maar wij hebben FL150 aangegeven, vanwege het parachutespringen.
Randvoorwaarden aan maatregelen
Het ministerie heeft randvoorwaarden aan de maatregelen gesteld. Ze moeten behapbaar zijn én een verbetering in de veiligheid bewerkstelligen. Daarnaast worden onze wensen afgewogen tegen die van LVNL, de provincies en de beschikbare capaciteit. Daarna zullen er voor 2021 maatregelen worden opgesteld. Het dossier IALL wordt dus vervolgd.